Student survival #2
Als je op kamers wil gaan wonen komt er een hoop op je af. Dit is van je eerste stappen naar zelfstandigheid. Naast het verlaten van het nest wat op zichzelf al spannend is, moet je ook heel wat spullen gaan aanschaffen voor je uitzet, je moet veel meer zelf gaan doen en belangrijke beslissingen liggen voortaan voornamelijk in jouw handen. Meer weten over studentenwoningen?
Voordat we op de zaken vooruit lopen is het eerst belangrijk om je te oriënteren op de (studenten) woningmarkt. Want een kamer of studentenwoning heb je niet zomaar! Vergeet niet dat vooral studentensteden dichtbevolkt zijn en de sociale woningmarkt qua concurrentie moordend is. Iedereen wil graag een leuke stek dichtbij het centrum en hogeschool of universiteit. Geen wonder dat er van de woningnood behoorlijk wat misbruik wordt gemaakt door fraudeurs en oplichters. Men staat zo te dringen voor een woning dat vooral gewillige studenten maar al te vaak slachtoffer worden van dit soort praktijken. Daarom is het belangrijk de volgende tips in acht te nemen.
1. Bekijk in wat voor soort studentenhuisvesting je zoekt. Voor iedere woonvorm zijn er weer andere rechten, plichten en regels. Om een volledig beeld te krijgen, lees je de
studentenwoningweb woongids hier.
Een korte toelichting van soorten studentenhuisvesting:
Er zijn zelfstandige en onzelfstandige woningen. Onzelfstandige woningen zijn: een kamer in een studentenhuis of een kamer bij een hospita/hospes (voor deze gelden andere regels dan bij gewone studentenkamers).
Ook bestaan er tijdelijke woonruimtes (zelfstandig of onzelfstandig) die vaak aangeboden worden door studentenwoningcorporaties zoals de Key en DUWO.
Via wooncorporaties als Woningnet kun je je inschrijven voor een zelfstandige woning. Ook kun je bij particulieren of makelaars terecht.
Verder zijn er nog antikraak woningen, waar je (tijdelijk) leegstaande woningen kan huren.
En als extra optie bestaat een koopwoning met eventuele steun van je ouders.
2. De kanalen voor het vinden van een woning zijn: woningcorporaties, kamerbemiddelingsbureaus, verhuurders, makelaars en via je eigen netwerk. De Dienst Wonen informeert of een woning verhuurd mag worden. Check ook eens bij het kadaster als je overweegt particulier te huren. Het kadaster registreert wie de eigenaar van een woning is.
3. In bijna alle gevallen hier genoemd heb je te maken met het
opbouwen van een inschrijfduur en inschrijfgeld. Inschrijven kan vaak al vanaf 18 jaar. Daarmee ben je dus niet van een woning verzekerd. Het kan soms zelfs jaren duren voordat je aan een geschikte woning komt.
4. Schrijf je daarom zo snel mogelijk in bij diverse instanties, o.a. op
www.studentenwoningweb.nl,
www.woningnet.nl,
https://www.interveste.nl/ (antikraak). Hoe langer je inschrijftijd is, hoe meer kans je hebt op een woning!
5. Wees alert bij particuliere huur en illegale onderhuur. Controleer bij het
kadaster wie de eigenaar is van de woning. Laat je niet verleiden om borg en huur te betalen voordat je de sleutel krijgt en de woning betrekt. Je kan te maken hebben met een oplichter! Klinkt het echt te mooi om waar te zijn, dan is dit vaak ook het geval!
6. Pas op voor illegale onderhuur. Met illegale onderhuur is het moeilijk te bewijzen dat je rechten heb als huurder. Bovendien bestaat dat je via niet-officiële wegen opgelicht wordt. Je moet je bovendien registreren bij de gemeente.
7. Oriënteer je goed op de verschillende mogelijkheden voor
huurtoeslagen en de uitwonende beurs. In de vrije huursector heb je hier vaak geen recht meer op.
8. All-in huur is niet gunstig. Ga niet direct akkoord met een ‘All-in huur,’ een maandelijkse huursom waarbij de servicekosten niet gescheiden zijn van de kale huur. Je hebt zo geen inzichten in je daadwerkelijke kosten voor water, licht en elektriciteit en de kans bestaat dat je teveel betaalt. Bovendien kan de verhuurder de huurprijs verhogen en het valt dan niet direct te herleiden waar die kosten vandaan komen. Voor meer informatie of meldingen over all-in huur, ga naar
https://www.huurcommissie.nl.
Vind op onderwerp